|
||||||||
|
Oude vrienden en helden in de blueswereld, Bob Margolin en Bob Corritore, werken voor het eerst samen aan een akoestisch duo-album, "So Far". Margolin schreef acht nieuwe nummers, en daarnaast coveren ze samen enkele van hun favoriete nummers. Overbodig te zeggen dat deze heren ruimschoots hun sporen verdiend hebben in de blues maar komen nu samen voor een akoestisch project dat zowel stokoud als kraakvers aanvoelt, en onthullen hierbij tal van persoonlijke, intieme uitvoeringen die gebaseerd zijn op tientallen jaren van vriendschap en gezamenlijke optredens. Begin november 2011 tourde Chicago blueslegende Bob Margolin met de Mike Sponza Band in de Benelux en was hij o.a. te zien in de Muziekodroom Club in Hasselt. Sinds toen was het even stil rond de medeoprichter van het VizzTone label, tot eind 2015 zijn album, en tevens elfde soloplaat verscheen. Op dit album "My Road", klinkt in zijn teksten het leven van 50 jaar een bluesman te zijn door, en dit in al zijn vormen, en natuurlijk komen zijn zeven jaar bij de Muddy Waters band dan ook aan bod. Want ik herinner me nog goed, meer als veertig jaar geleden, de in Boston geboren Steady Rollin’ Bob Margolin best als gitarist bij de legendarisch Muddy Waters Band, een gitarist die achteloos de meest hemelse muziek uit zijn gitaar kon halen. En zo ontspannen maar prachtig speelt Margolin nog steeds. Bob Margolin wordt ondertussen beschouwd als één van de belangrijkste bluesartiesten van zijn generatie. Hij begon met spelen in de begin jaren '60, en wist al na enkele jaren zelfstudie een hoog niveau te bereiken. Veel bluesgitaristen op jonge leeftijd zoeken al snel de grens met rock op, en met Margolin was dit ook niet anders, want hoorbaar liet hij zich in die vroege periode beïnvloeden door Chuck Berry. Hij is ondertussen één van de beste bluesgitaristen getuige zijn vele W.C. Handy/Blues Music Awards. In 1973 werd hij lid van de Muddy Waters Band. In 1975, verscheen het Grammy Award winnende "Muddy Waters Woodstock Album" met naast Margolin niemand minder dan Paul Butterfield, Levon Helm en Garth Hudson van The Band in de gelederen, en dit was ook meteen zijn laatste plaat voor Chess Records. Na jaren van constant op tournee te zijn geweest met deze band verliet Waters in 1977 Chess Records. Na samen met Johnny Winter een tournee te hebben gedaan tekende hij bij Blue Sky, een label dat door deze Johnny Winter werd geleid. "Hard Again" was het eerste album, waarop Waters werd begeleid door pianist Pinetop Perkins, drummer Willie Smith en gitaristen Bob Margolin en Johnny Winter. Na een aantal magere jaren was dit eindelijk weer een uitstekend album. Op dit label bracht Waters in de volgende jaren nog een drietal prachtige albums uit, die onder de bezielende leiding van Winter ontstonden en waarbij Margolin zich verder kon ontwikkelen. Margolin' sublieme gitaarspel bracht hem over de hele wereld en hij werd ook veelvuldig door grote bluesmannen zoals Billy Bob Arnold, BB King en Dr John, uitgenodigd met hen mee te spelen. In 1980 begon Bob zijn eigen band en de cd’s volgden elkaar snel op en de band wisselde af en toe van samenstelling, maar wat bleef was de drive en de sound. Dit geluid vind je nu ook terug op Margolin's nieuwste titelloze album, die in 2017 de Blues Music Award won voor 'Best Male Traditional Blues Artist'. Margolin heeft een mooie wat luie stem, zijn gitaarspel is nimmer patserig maar altijd smaakvol en ter zake en hij schrijft fijne eigen liedjes en kiest zijn covers zorgvuldig. Bob Corritore is een gevestigde waarde in de blueswereld, hem nog voorstellen is misschien overbodig, volgende maand verschijnt zijn nieuwe album, dat laat horen wat een geweldig harmonicaspeler hij wel is. Het album is getiteld "Spider In My Stew", naar een oud liedje dat Willie Dixon in 1973 schreef voor Buster Benton, maar pas echt bekendheid en succes kreeg toen Magic Slim er zijn eigen versie van maakte. Als mondharmonicaspeler van de ‘old- school’, radiomaker, producer en eigenaar van de befaamde Rhythm Room club in Phoenix, Arizona zorgt Corritore voor het in leven houden van de bluescultuur, en dit al bijna 50 jaar. De "Keeping The Blues Alive" award die hij in 2007 ontving was dan ook meer dan verdient. Als Bob twaalf is, hoort hij voor het eerst Muddy Waters op de radio. Dit feit verandert zijn leven. Nog geen jaar later, speelt hij al mondharmonica. Als hij op het middelbare school gymnasium zit, krijgt hij de kans om naar een optreden van Muddy Waters te gaan. Als tiener was hij vaak te vinden bij grote mondharmonicaspelers als 'Big' Walter Horton, 'Little' Mack Simmons, Louis Myers, Junior Wells, 'Big' John Wrencher en Carey Bell, van wie hij vaak tips en aanmoedigingen kreeg. Bob ging naar optredens van Howlin' Wolf, Billy “Boy” Arnold, John Brim, 'Sunnyland' Slim, 'Smokey' Smothers, Eddie Taylor, met wie hij vaak bevriend geraakte. Corritore werkte in de late jaren ’70 en begin jaren ’80 al samen met “Tail Dragger”, “Big Moose” Walker, Willie Buck, Louis & Dave Myers en Eddie Taylor. In 1981 verhuist Corritore naar Phoenix, Arizona. Daar speelt hij ruim een jaar lang samen met Louisiana Red, voordat Red naar Duitsland verhuist. Bob zit niet stil en werkt ook samen met 'Big' Pete Pearson, Buddy Reed, Tommy Dukes, 'Chief' Schabuttie Gilliame en Janiva Magness. In 1984 gaat Bob, naast zijn optredens en opnames, ook de ‘Those Lowdown Blues’, een blues radio show, op KJZZ verzorgen. KJZZ is het vlaggenschip van de Nationale publieke omroep in Tempe, Phoenix, Arizona. Ze zenden uit vanaf de campus van het ‘Rio Salado College’, die als sinds 1985 de eigenaar is van het station. In 1991 opent Bob zijn bekende blues en roots concert club, 'The Rhythm Room'. De club opent nieuwe perspectieven voor Bob. Hij nodigt er grote artiesten uit om samen met zijn band 'The Rhythm Room All-Stars', te komen optreden. Deze sessies zijn nu nog altijd beroemd. Als gasten ontving Bob in zijn club Bo Diddley, Little Milton, John Brim, Jimmy Rogers, Henry Gray, Pinetop Perkins, Henry Townsend, Honeyboy Edwards, Big Jack Johnson, Ike Turner, Smokey Wilson. Lil’ Ed, Willie 'Big Eyes' Smith, Nappy Brown, R.L. Burnside, Robert Lockwood, Jr., Sam Lay, Barbara Lynn en … In 1999 brengt Corritore zijn éérste album "All-Stars Blues Sessions" uit. Zijn (inter) nationale doorbraak komt er na optredens met Henry Gray, Louisiana Red en 'Big' Pete Pearson. In 2007 verklaart de burgemeester van Phoenix officieel, dat 29 september de 'Bob Corritore Day' wordt, om hem te eren voor al zijn muzikale bijdragen aan de Phoenix’ gemeenschap. In hetzelfde jaar ontvangt Bob ook de "Keeping The Blues Alive" award van de ‘Blues Foundation’. Bob's album "Travelin' The Dirt Road", dat hij in 2007 opnam met Dave Riley, is genomineerd voor een ‘Blues Music Award’. In 2008 werkt Bob samen met Pinetop Perkins, die met het album een Grammy®-nominatie haalt. In 2010 wint Bob met het album "Harmonica Blues" een ‘Blues Music Award’. In 2012 krijgt Bob in de categorie mondharmonica de ‘Living Blues Award en is hij de ‘Star Blues' Artist Of The Year’. Bob treedt regelmatig op met de 'Rhythm Room All-Stars'samen met Dave Riley, Louisiana Red, Henry Gray, Sam Lay, Tail Dragger, John Primer, Mud Morganfield, Diunna Greenleaf, Bob Margolin, “The Andy T/Nick Nixon Band”, “The Delta Groove Harp Blast” e.a. Bob heeft meerdere albums op zijn eigen naam staan, maar dit zijn vaak compilatiealbums, die hij samen opnam met verschillende andere blues muzikanten, en zijn nieuwe album "So Far" is ook niet anders. Aan de basis van dit album ligt de hechte vriendschap en muzikale chemie tussen Bob Margolin en Bob Corritore. De Blues Music Award die Bob Margolin ontving als 'Best Acoustic Album' 2019 voor het album "This Guitar and Tonight" zette hem ertoe aan om in 2020 terug te keren met dezelfde formule (maar deze keer volledig alleen) voor "Star Of Stage And Screens". De man lijkt het leuk te hebben gevonden, want hij is weer terug in een unplugged formule. Harmonicaspeler Bob Corritore, ontdekte Margolin naast Muddy Waters, tijdens een optreden op zijn middelbare school in Chicago in 1974. Deze twee vrienden op het podium en in de stad, bieden ons nu een setlist met acht originelen en vijf covers, waaronder de Band's "It Makes No Difference" (Margolin verscheen in de aftiteling van hun afscheidsconcert verfilmd door Scorcese, 'The Last Waltz'), en Lilian McMurry's "Red Hot Kisses", oprichtster van het legendarische Mississippi blues label, Trumpet. Maar we horen ook songs in de trant van historische gitaar-harmonica duo's als Hammie Nixon en Sleepy John Estes ("Outrage And Inrage"), Cephas & Wiggins ("Now and Then") of natuurlijk Sonny Terry en Brownie McGhee. De zang van Margolin mag dan soms een wat buitensporig eigen zangstijl vertonen (zoals op Minnie Douglas' "You Left Me With A Broken Heart", of zijn ex-baas' "I Wanna Go Home"), zijn instrumentale vingervlugheid lijdt in het geheel niet onder zijn overstap naar akoestisch ("What If ?", "Blessings And Blues"). Wat Corritore's adem betreft, deze bewijst eens te meer even veelzijdig te zijn als geïnspireerd. Vriend Jimmy Vivino draagt twee nummers bij, een liedje dat hij samen met John Hahn schreef, genaamd "It Makes No Difference". Het nummer wordt gezongen door Vivino die precies klinkt als Rick Danko van de band die op het origineel zong. Vivino speelt ook gitaar op Margolin's, "Running Through High Water". Dat met de door de mannen opgedane ervaring ook de productie van "So Far" meer dan uitstekend verzorgd is mag een understatement heten, alle subtiele elementen in het spel vinden hun weg door de speakers, met deze plaat bieden Bob Margolin en Bob Corritore alvast een welkom weerwoord op de "100 Years Of The Blues" die twee jaar geleden door Elvin Bishop en Charlie Musselwhite werd afgeleverd.
|